Gouden inzet
“In sommige wijken weten mensen niet wie er naast ze woont. Hier is dat niet zo. Ik zou nergens anders willen wonen.” Het Sleedoornplantsoen ligt er vredig bij. En het is met het blote oog niet te zien, maar achter de dichte voordeuren heerst een hechte sociale band tussen de bewoners. Het is een voorbeeld van hoe het zou kunnen, nee, van hoe het zou moeten zijn.
“Nu mijn gezondheid goed is, moet ik ervan profiteren.”
Het Sleedoornplantsoen in Schoorl is zo’n buurt waar ouderwets naar elkaar wordt omgekeken. Dragina (71) is misschien wel de meest sociale buurvrouw van het wijkje, zo niet van heel Schoorl. Samen met buurvrouw Tiny keuvelen ze vaak over van alles en nog wat onder het genot van een kopje koffie. Dat er iemand van de campagne ‘Samen goud voor elkaar’ langs zou komen was dus al lang besproken. Vandaar dat de buurvrouw voor ons interview als kattebel een briefje heeft meegenomen, waarop de gouden inzet van Dragina staat uitgeschreven.
Het wordt al snel duidelijk. Het sociale bloed stroomt bij Dragina door de aderen. “Ik kom uit Servië van het boerenland, daar was het heel normaal dat je naar elkaar omkeek. Het komt gewoon uit mezelf. Mijn man is 4 jaar geleden overleden. Nu woon ik alleen en heb ik veel tijd over. Anders verveel je je dood. En nu mijn gezondheid nog goed is, moet je ervan profiteren.”
Buurvrouw Tiny pakt het briefje erbij en leest voor wat ze heeft opgeschreven. “3 vuilnisbakken aan de weg zetten en ophalen, hondjes in de buurt uitlaten, de poes voeren, boodschappen doen voor een zieke vriendin, de buurjongens lekkere hapjes over de schutting geven, eten brengen bij ziek zijn, ’s ochtends staat ze zomaar met koffie op de stoep. En het belangrijkste, zichzelf wegcijferen.” Want dat is wat Dragina doet. Maar “het is toch heel normaal wat ik doe?”, zegt Dragina, zoals vele gouden krachten dat zeggen.
Dragina kan zich ook verbazen over andere buurten. “In sommige wijken weten mensen niet wie er naast ze woont. Hier is dat niet zo. Ik zou nergens anders willen wonen.” Nog zo’n voorbeeld, buurvrouw Tiny heeft een groot gedeelte van het plantsoen haar huissleutel gegeven. “Ze mogen altijd bij me langs komen. En we kunnen elkaar altijd bellen, zelfs ’s nachts. Maar dit verhaal gaat niet over mij, maar over Dragina.”
Het Sleedoornplantsoen ligt er vredig bij. En het is met het blote oog niet te zien, maar achter de dichte voordeuren heerst een hechte sociale band tussen de bewoners. Het is een voorbeeld van hoe het zou kunnen, nee, van hoe het zou moeten zijn. Ondertussen schenkt Dragina haar buurvrouw een tweede kopje koffie in.